Ga naar de inhoud

Veelgestelde vragen

Laatst gewijzigd op: 18-03-2025

Brandblusinstallatie

Tijdens het onderhoud worden diverse essentiële zaken nagelopen en zo nodig gerepareerd of preventief vervangen. Het onderhoud wordt uitgevoerd volgens de onderhoudsinstructies van de fabrikant en volgens de Nederlandse normen die hiervoor zijn opgesteld: NEN 2559 (draagbare blustoestellen), NEN 2659 (verrijdbare blustoestellen), NEN 671-3 (brandslanghaspels) en NEN 1594 (droge blusleidingen).

Droge blusleidingen moeten voldoen aan prestatie-eisen in NEN 1594 en droge blusleidingen moeten minimaal een keer in de vijf jaar worden getest volgens NEN 1594. Gebruikers, eigenaren en verzekeraars kunnen strengere eisen stellen aan de droge blusleidingen en hun onderhoud. Let daarom altijd op de voorwaarden die in de polis staan.

Artikel 6.34. (droge blusleiding)

Een krachtens de wet voorgeschreven droge blusleiding en pompinstallatie worden eenmaal in de vijf jaar getest volgens NEN 1594.

Artikel 3.125. (droge blusleiding) lid 4

De inrichting van een droge blusleiding voldoet aan NEN 1594 voor:
a. de drukbestendigheid;
b. de onbrandbaarheid van het materiaal van de leiding;
c. de soorten koppelingen voor de aansluiting van brandslangen;
d. de aanduiding van de brandslangaansluitingen; en
e. de aanduiding van de voedingsaansluitingen.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving schrijft voor dat draagbare en verrijdbare blusmiddelen minimaal een keer per twee jaar adequaat worden onderhouden en gecontroleerd.
Een adequate wijze van onderhoud staat in NEN 2559 voor draagbare blustoestellen en NEN 2659 voor verrijdbare blustoestellen.
Je hebt een eigen keuze om onderhoud vaker te laten uitvoeren dan eenmaal per twee jaar. Dat hangt af van onder andere:
  • de conditie van de blustoestellen,
  • de voorschriften van de fabrikant,
  • afspraken met anderen zoals uw verzekeraar, of
  • de plaats van de blusmiddelen (bijvoorbeeld corrosieve atmosfeer, in openbaar toegankelijke ruimten met kans op vandalisme, of zeer regelmatige transporten van blustoestellen op mobiele karren).

Afhankelijk van deze omstandigheden kan het nodig zijn om vaker onderhoud te laten doen.

Artikel 6.35. (blustoestellen en brandslanghaspels) lid 1

Een krachtens de wet voorgeschreven draagbaar of verrijdbaar blustoestel wordt ten minste eenmaal per twee jaar op adequate wijze onderhouden, waarbij ook de goede werking van dat blustoestel wordt gecontroleerd.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving schrijft voor dat brandslanghaspels minimaal een keer per twee jaar adequaat worden onderhouden en gecontroleerd. Een adequate wijze van onderhoud staat in NEN-EN 671-3.
Ook de verzekeraar kan eisen stellen aan het onderhoud van brandslanghaspels. Let daarom altijd op de voorwaarden in je polis.
Soms worden er tijdens het onderhoud reparaties verricht. Een reparatie aan het blusmiddel betekent dat het blusmiddel in geval van brand mogelijk niet werkte. Defecten moeten zo snel mogelijk worden verholpen.
Regelmatig onderhoud voorkomt problemen. Onderhoud met keurmerk onderhoud geeft vertrouwen dat het onderhoud goed is uitgevoerd.
Tijdens het onderhoud volgens NEN-EN 671-3 kijkt de onderhouder bijvoorbeeld naar de kwaliteit van de slang en de verzegeling van de hoofdkranen van de brandslanghaspels, ter voorkoming van legionella. Elke vijf jaar moeten de slangen getest worden op de maximale werkdruk (10-12 bar).

Artikel 6.35. (blustoestellen en brandslanghaspels) lid 2

Een krachtens de wet voorgeschreven brandslanghaspel wordt ten minste eenmaal per twee jaar op adequate wijze onderhouden, waarbij ook de goede werking van die brandslanghaspel wordt gecontroleerd.

Als je beschikt over een brandblusser, brandslanghaspel en/of een droge blusleiding dan is het belangrijk dat deze werken op het moment dat het nodig is: in geval van brand. Kom je  op dat moment tot de ontdekking dat een blusmiddel niet functioneert dan neemt de kans op een succesvolle bestrijding van de brand snel af. Sterker nog: de situatie kan door deze onaangename verrassing uit de hand lopen.

Jouw blusmiddelen zijn veiligheidsproducten waarvan je hoopt dat je ze nooit nodig hebt. Maar in voorkomend geval moeten ze het zeker doen. Om die reden is preventief onderhoud aan blusmiddelen van groot belang.

Je kunt zelf je blusmiddelen regelmatig (laten) nalopen. Controlepunten voor jou of jouw bedrijfshulpverleners zijn:

  • Hangen de blusmiddelen nog op de juiste plaats?
  • Zijn de blusmiddelen op tijd gecontroleerd en onderhouden?
  • Zit de borging/verzegeling nog op de blusmiddelen?
  • Zijn de gebruiksinstructies goed te lezen?
  • Zijn er zichtbare beschadigingen aan het blusmiddel (die kunnen er voor zorgen dat het blusmiddel niet of niet goed functioneert).

Misschien wel de belangrijkste punten zijn dat:

  • de plaats van de brandblussers en brandslanghaspels voor iedereen goed herkenbaar is;
  • de brandblussers/brandslanghaspels goed bereikbaar zijn;
  • jouw medewerkers weten waar de brandblussers/brandslanghaspels hangen;
  • jouw medewerkers weten hoe ze met een brandblusser en brandslanghaspel moeten omgaan.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving schrijft voor dat blusmiddelen adequaat worden onderhouden en gecontroleerd. Onderhoud volgens NEN 2559 (draagbare blustoestellen), NEN 2659 (verrijdbare blustoestellen) NEN-EN 671-3 (brandslanghaspels) en NEN 1594 (droge blusleidingen) is adequaat onderhoud.
Gekwalificeerde onderhoudsbedrijven voeren het onderhoud uit volgens de norm en beschikken over deskundigen met een opleiding voor onderhoud aan blusmiddelen, het benodigde speciale gereedschap en zij weten hoe het onderhoud uitgevoerd moet worden.
Onderhoud met CCV-keurmerk geeft meer zekerheid.

Op Vakman. Zoek voor onderhoudsbedrijven van kleine blusmiddelen, slanghaspels of droge blusleidingen onder REOB.

Deze website is een gezamenlijk initiatief van het CCV en de certificatie-instellingen. Bedrijven die door een certificatie-instelling zijn gecertificeerd worden op deze website vermeld.

Het stilstaande water in brandslangen kan bij bepaalde temperaturen de legionellabacterie huisvesten. Om legionellabesmetting tegen te gaan, moeten de hoofdkranen van de brandslanghaspels zijn verzegeld. Deze verzegeling moet jaarlijks worden gecontroleerd (zie voor meer informatie het Waterwerkblad WB 4.5A; te vinden op www.infodwi.nl). Jouw onderhoudsmonteur weet hoe hij hiermee bij het onderhoud aan de brandslanghaspels om moet gaan.

Brandveiligheidsoefeningen zijn belangrijk. Wees echter voorzichtig en terughoudend met het gebruiken van brandslanghaspels in andere situaties dan brand. Wil je de brandslanghaspel toch gebruiken, bijvoorbeeld om te oefenen, vraag dan om deskundige ondersteuning van jouw onderhoudsbedrijf.

Het REOB-merk en woordmerk REOB zijn beschermd en mogen alleen door gecertificeerde onderhoudsbedrijven worden gebruikt. Een gecertificeerd onderhoudsbedrijf is terug te vinden op de pagina Vakman. Staat het bedrijf niet op deze pagina? Meld dit dan bij het CCV: info@hetccv.nl. Het CCV kan dan nagaan of het REOB-merk en/of het woordmerk REOB rechtmatig gebruikt wordt.

Nee. Je bent wettelijk verplicht om draagbare en verrijdbare blusmiddelen ten minste eenmaal per 2 jaar te laten onderhouden. Je bent opdrachtgever voor het onderhoud, dus jij bepaalt zelf wanneer je onderhoud laat uitvoeren.

Het onderhoudsbedrijf knipt in conform de norm (NEN 2559, NEN 2659, NEN 671-3 of NEN 1594); je bent als opdrachtgever vrij om met het onderhoudsbedrijf binnen de wettelijke termijn van 2 jaar af te spreken wanneer het onderhoud wordt uitgevoerd.

Er kunnen omstandigheden zijn waarin je afwijkt van tweejaarlijks onderhoud. Bijvoorbeeld als:

  • de fabrikant van het blusmiddel een andere frequentie voorschrijft
  • er een nadere frequentie is afgesproken met bijvoorbeeld uw verzekeraar
  • de blusmiddelen zich in ruimte bevinden met een corrosieve atmosfeer of waar kans op vandalisme bestaat, of
  • de conditie van de blusmiddelen zo slecht is dat onderhoud sneller nodig is.

Onderhoud van veiligheidsproducten is een vak apart. Gecertificeerde onderhoudsbedrijven hebben onderhoudsdeskundigen in dienst die gespecialiseerd zijn in onderhoud van blusmiddelen. Ze volgen hiertoe een speciale opleiding en moeten examen doen. Het gecertificeerde onderhoudsbedrijf moet verder zorgen voor goede procedures, instructies, apparatuur en materialen om de blusmiddelen te kunnen onderhouden. Gecertificeerde onderhoudsbedrijven worden op hun beurt jaarlijks gecontroleerd door zogeheten certificatie-instellingen.

Gecertificeerde onderhoudsbedrijven moeten een klachtenregeling hebben. Ben je niet tevreden over het onderhoud? Dan kun je hierover een klacht indienen bij jouw onderhoudsbedrijf. Als je er niet uitkomt met het bedrijf kun je je met jouw klacht altijd wenden tot de certificatie-instelling die het onderhoudsbedrijf gecertificeerd heeft.