Ga naar de inhoud

Meer bekend over achtergrond daders seksuele uitbuiting

Vrouw wordt onderdrukt door agressieve man die zijn vuist balt. Ter illustratie van het CCV-dossier Mensenhandel.

Daders van seksuele uitbuiting verschillen van daders van andere criminaliteit. Dit blijkt uit het onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen die vandaag is gepubliceerd. Er zijn 630 daders van seksuele uitbuiting in Nederland vergeleken met daders van andere criminaliteit en met mensen die geen delict hebben gepleegd.

Hieruit blijkt dat bijna negentig procent van de daders van mensenhandel een familielid of (ex-)partner in de criminele wereld hebben.

Profiel van de dader seksuele uitbuiting

Bijna een kwart van de mensenhandelaars die zijn veroordeeld, blijkt terug te vallen in hun oude gedrag. Dit is een hoog percentage, omdat het delict mensenhandel laag staat in de criminaliteitsstatistieken. Nationaal Rapporteur Conny Rijken zegt het volgende hierover: “Het is belangrijk om bij bestaande of nieuw te ontwikkelen aanpakken te kijken hoe we specifieke herhaling van mensenhandel kunnen tegengaan. Daarbij moet ook worden gekeken naar de criminele sociale context waarin het delict werd gepleegd. De reclasseringsorganisaties hebben de benodigde expertise op dit gebied.”

Er is in Nederland geen één soort dader wat betreft seksuele uitbuiting. Ze bestaan uit vier groepen:

  • Incidentele plegers
  • Plegers die vroeg pieken
  • Plegers die laat pieken
  • Continue plegers

Conny Rijken gaat dieper in op de verschillende groepen: “Hun criminele carrières ontwikkelen zich anders: zo start de één al op heel jonge leeftijd met het plegen van veel delicten, terwijl bij de ander het pleeggedrag pas in volwassenheid escaleert.” En waar sommige daders al tientallen strafzaken hebben voor verschillende andere delicten voordat ze zich inlaten met mensenhandel, zijn er volgens Rijken ook daders die als eerste delict meteen mensenhandel plegen.

Aanpak mensenhandelaren

De Nationaal Rapporteur hoopt op meer mankracht en geld voor reclasseringsorganisaties van het kabinet, om te laten onderzoeken welke aanpakken nodig zijn voor deze daders. Ze wil de kennis over de daders van seksuele uitbuiting zoveel mogelijk delen met professionals in de hoop herhaling van mensenhandel door deze daders te voorkomen.

Bron: Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen