Secondant: ‘Mensenhandel verdwijnt niet vanzelf’

In februari trad Anne Kuik aan als nieuwe directeur van het coördinatiecentrum tegen mensenhandel, Comensha. In een interview op Secondant vertelt ze over de verschillende knelpunten die haar in het begin opvielen. “Als we onvoldoende weten waar slachtoffers terecht kunnen en of ze wel de juiste hulp ontvangen, kunnen we dit probleem ook niet effectief aanpakken.”
Complex probleem
Uit haar eerdere werk als raadslid in Groningen, had Kuik zich al eens verdiept in het onderwerp mensenhandel. “Door de gesprekken die ik aanging met hulpverleners en slachtoffers, begon ik te zien hoe waanzinnig complex het probleem van seksuele uitbuiting is. Hoe mensen daarin verstrikt raken en hoe slachtoffers gemanipuleerd worden.”
Knelpunten
Als nieuwe directeur van Comensha vallen haar dan ook gelijk wat zaken op. Zo is er bijvoorbeeld geen goed overzicht op het opvanglandschap. Kuik: “Dat wat landelijk geregeld is, hebben we in beeld. Maar wat betreft de slachtoffers die vallen onder de Wet maatschappelijke opvang (Wmo), hebben we helemaal geen goed zicht op waar die opvangplekken zijn of hoeveel er vrij zijn.”
En er zijn meer knelpunten. “Veel kleinere gemeenten weten niet waar en hoe te melden”, vertelt Kuik. “De meldroutes staan niet overal helder voor ogen. Ook het registreren is een punt. Nu vind ik ‘slachtofferreis’ een raar woord, maar met de registratie willen we zicht krijgen op hoe het traject van een slachtoffer verloopt. En hoeveel mensen hebben we nu daadwerkelijk in beeld? Bij de politie, maar ook bij de verschillende partijen in de zorg.”