Ervaringen ingezetenencriterium
Laatst gewijzigd op: 21-11-2024Sinds 2012 is het ingezetenencriterium (I-Criterium) opgenomen in het (strafrechtelijke) landelijke kader van het Openbaar Ministerie (OM). Dit criterium houdt in dat alleen personen die in een Nederlandse gemeente staan ingeschreven een coffeeshop mogen betreden. Dit criterium kan door de burgemeester in het lokale coffeeshopbeleid worden opgenomen.

Het handhaven van het criterium gebeurt op lokaal niveau in overleg met het Openbaar Ministerie en de politie (driehoeksoverleg). Bij overtreding kan een bestuursrechtelijke maatregel opgelegd worden. Daarnaast kan het OM overgaan tot strafrechtelijke vervolging.
Het handhaven op het I-criterium kan verschillende effecten hebben. Door het criterium kunnen gemeenten een toename van straathandel en overlast ervaren, geen drugstoerisme ervaren of geen overlast van dit drugstoerisme ervaren. Het is dus per gemeente verschillend wat de situatie na de invoering van het I-criterium is, waardoor lokaal maatwerk nodig is.
Niet alle gemeenten hebben het I-criterium in hun lokale beleid opgenomen of handhaven er actief op. Onder de gemeenten die het I-criterium hebben ingevoerd, wordt dit criterium niet (meer) door alle gemeenten gehandhaafd. Vlissingen is bijvoorbeeld gestopt met het handhaven op dit criterium.
In Goes loopt momenteel de pilot (geen) handhaving. Voor de pilot werd gehandhaafd op het I-criterium en gedurende de pilot niet (Gemeente Goes). In Lelystad wordt het I-criterium ook niet meer gehandhaafd, tenzij drugstoerisme ‘’de kop op gaat steken’’ (Gemeente Lelystad).
De gemeenten die het I-criterium actief handhaven zijn: Breda, Dordrecht, Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen en Terneuzen. Onderstaand een overzicht van de effecten van deze maatregel in een aantal gemeenten die het criterium hebben gehandhaafd of momenteel handhaven. De informatie van onderstaande ervaringen komt uit ’Handhaven I-criterium Amsterdam: ervaringen vergelijkingsgemeenten’ (Breuer&Intraval, 2021).
In Breda wordt het I-criterium sinds 2012 met hoge prioriteit gehandhaafd. Er bevonden zich in 2021 acht coffeeshops in Breda. Dat aantal is na de invoering van het I-criterium ongewijzigd gebleven. Vergeleken met andere gemeenten ervoeren bewoners van Breda vaak overlast van drugshandel.
Breda stond in de benchmark met de G32 (2012) wat betreft drugsoverlast, –gebruik en –handel in de eigen buurt op de zevende plaats.
Maatregelen na invoering van het I-criterium
- (Internationale) communicatiecampagne: een campagne met de boodschap dat buitenlandse toeristen niet langer welkom zijn in de coffeeshop. Deze campagne werd ook uitgevoerd in Frankrijk, Duitsland en België. Dit zijn de landen waar de meeste drugstoeristen vandaan kwamen. Volgens een lokale expert dient tijdig te worden gestart met een campagne, zo blijkt uit het onderzoek van Breuer&Intraval (2021). Het duurt relatief lang voordat de boodschap tot alle buitenlandse bezoekers van de coffeeshops is doorgedrongen
- Controles: controleren van I-criterium en in- en uitvalswegen van Breda.
- Plaatsing mobiele camera’s: doel was om de drugshandelaren in zicht te krijgen. De camera’s zijn geplaatst op de plekken waar drugstoeristen komen. Drugshandelaren kunnen zich dus wel buiten de camera’s verplaatsen om daar de handel voort te zetten. Dit gebeurt echter niet, omdat de drugstoeristen niet op deze plekken komen en er dus geen handel plaatsvindt.
- Extra agenten: negen fte zijn extra ingezet om te handhaven.
Resultaten
- Eerste halfjaar na invoering: een korte tijd was er een enorme toename van drugshandel op de illegale markt.
- Waterbedeffect: drugstoeristen en drugsrunners verplaatsen zich naar andere steden (Dordrecht en Barendrecht).
- Tweede halfjaar 2012: geregistreerde overlast daalde tot 2015. Vanaf dan was er weer een toename te zien tot 2020. De toename wordt vooral gerelateerd aan overlast van handel in harddrugs.
- Straatdealers en drugsrunner zijn ontmoedigd en verdwenen, soms naar andere steden.
Maastricht is een toeristenstad en trekt jaarlijks ruim drie miljoen bezoekers. Hiervan boekt ongeveer tien procent minimaal één overnachting. Voor 2012 ervoer Maastricht overlast door de groeiende aantrekkingskracht van coffeeshops op (vooral) buitenlandse bezoekers. Daarbij ervoer de gemeente overlast door illegale soft- en harddrugsmarkten die dit meebracht.
De invoering van het I-criterium was onderdeel van het coffeeshopbeleid en had als doel de drugsoverlast in het centrum van de stad het hoofd te bieden.
Maatregelen na invoering van het I-criterium
Project Frontière (2012-2018)
Doel van Frontière is de integrale aanpak van drugsoverlast en drugscriminaliteit te versterken om de, in de stad door burgers gevoelde, drugsoverlast en hiermee samenhangende onveiligheid zichtbaar te verminderen.
Frontière is een samenwerkingsverband tussen politie, gemeente Maastricht en Openbaar Ministerie, aangevuld door Veiligheidshuis Maastricht-Heuvelland, Belastingdienst, woningcorporaties, Sociale Dienst, en ook in voorkomende gevallen andere opsporingsdiensten, zoals de Koninklijke Marechaussee en buitenlandse (Belgische, Duitse en Luxemburgse) politiediensten.
Deze integrale aanpak, zoals uiteengezet in het visiedocument ‘Maastricht stelt: project Frontière’, leunde op drie pijlers.
Resultaten
- Na intensieve handhaving daalde de zichtbare overlast van drugstoeristen en straatdealers.
- De bezoeken van niet-ingezetenen aan coffeeshops zijn sterk teruggelopen.
- Een maand na handhaving van het I-criterium bleek het aantal meldingen van drugsoverlast te zijn verviervoudigd, met een piek in 2013.
- Door het in toenemende mate wegblijven van coffeeshoptoeristen nam de zichtbare druggerelateerde overlast in de stad Maastricht sterk af. Het gevolg is dat de drugsoverlast na een aanvankelijke stijging in 2013 fors is gedaald.
- Afname druggerelateerde misdrijven en ook de ervaren overlast is flink gedaald (van 25% naar 9% van de bewoners die overlast ervoeren).
- Er is veel gedaan om de meldingsbereidheid van burgers te bevorderen, onder meer door zorg te dragen voor een goede terugkoppeling van informatie naar de melders. Naast de individuele contacten met burgers zijn er regelmatig gezamenlijke bijeenkomsten belegd waar buurtplatforms en vertegenwoordigers van de politie en gemeente met elkaar in gesprek gingen.
- Er zijn nog steeds straatdealers, maar de overlast is beperkt.
- De drugshandel op straat in Maastricht is niet geheel verdwenen, maar is wel veel minder zichtbaar geworden. Drugsoverlast lijkt geen veiligheidsprobleem meer te zijn in Maastricht.
Lees voor meer informatie de evaluatie.
De stad heeft elf coffeeshops en ligt op zo’n twee uur rijden van de Belgische grens. Er is sprake van coffeeshoptoerisme vanuit België. Dit kan tot verkeersoverlast leiden. Van (grote) overlast door straathandel is echter geen sprake. Het Tilburgse gemiddelde ligt – met gemiddeld zo’n 250.000 bezoekers per jaar per coffeeshop – hoger dan het gemiddelde van de zuidelijke provincies. Dit ligt zo rond de 210.000 bezoekers per jaar per coffeeshop.
In 2020 is het coffeeshopbeleid van de gemeente Tilburg herzien. Het maximumaantal vergunningen is verhoogd van elf naar dertien. Hiermee verwacht de gemeente de coffeeshopbezoekers (250.000 per shop per jaar) beter over de stad te kunnen verdelen, waarmee verkeersoverlast verder teruggedrongen wordt.
Sinds 2012 is het I-criterium van kracht. Tilburg heeft dit tot 1 maart 2018 actief gehandhaafd, vanaf maart 2018 hadden niet-ingezetenen weer toegang tot coffeeshops.
In 2019 is er een onderzoek uitgevoerd om te meten of bewoners vinden dat de situatie rondom coffeeshops is verslechterd, verbeterd of gelijk is gebleven, na het weer toelaten van niet-ingezetenen in de coffeeshops.
De grootste groep vindt dat de situatie hetzelfde is gebleven of weten niet of het is veranderd. De kleinste groep stelt dat de situatie is verslechterd (Breuer&Intraval, 2019).
Resultaten
- Weinig mensen hebben gemerkt dat het I-criterium niet meer wordt gehandhaafd. Dit komt mogelijk omdat er minder niet ingezetenen in Tilburg zijn dan in andere (Limburgse) grensgemeenten (50% in andere gemeenten en 15-20% in Tilburg). Aangezien er minder ingezetenen in coffeeshops zijn, is het verschil mogelijk minder zichtbaar voor bewoners.
- De drugsoverlast in Tilburg is relatief beperkt en lijkt goed beheersbaar. De ervaren overlast betreft vooral verkeersoverlast. Het huidige gemeentebestuur is tevreden over de niet-actieve handhaving en is niet van plan dit te wijzigen. Een van de argumenten hiervoor is dat men er de voorkeur aan geeft om niet-ingezetenen via de kanalen van vergunde verkoop (coffeeshops) te voorzien, dan dat zij zouden zijn aangewezen op het aanbod in het illegale circuit.
- Niet-ingezetenen geven aan naar een andere stad af te reizen wanneer het I-criterium in Tilburg opnieuw actief gehandhaafd zou worden en dat zij zich waarschijnlijk niet tot de straathandel zouden wenden. Actieve handhaving zou dus mogelijk een verplaatsing van coffeeshoptoeristen opleveren naar nabijgelegen coffeeshopgemeenten.
Meer informatie
Sittard-Geleen en Roermond hebben door hun ligging aan de grens te maken met relatief grote aantallen coffeeshoptoeristen. Door de geringe onderlinge afstand merken zij dat het coffeeshop- en handhavingsbeleid een wederzijdse invloed hebben op elkaar. Er vindt onderling afstemming plaats en ook uitgezette onderzoeken naar de aard en omvang van drugstoerisme zijn in beide gemeenten tegelijkertijd verricht.
Sittard-Geleen handhaaft het I-criterium sinds 2016 actief. Tussen 2012 en 2016 heeft de gemeente met een lage prioriteit gehandhaafd. De overlast van coffeeshoptoeristen steeg in deze periode sterk. De overlast betrof met name parkeeroverlast. Ook was er sprake van wildplassen en werd er veel rommel achtergelaten op straat.
In deze periode was er ook sprake van straathandel in softdrugs. Inzittenden van auto’s met buitenlandse kentekens werden aangesproken voordat ze de coffeeshop konden bereiken. Doordat er zoveel vraag was, ontstond er handel.
Maatregelen per 1 juni 2026
- Flyers met campagne; zijn in alle coffeeshops neergelegd en door boa’s uitgedeeld aan automobilisten met een buitenlands kenteken die in de aanloop naar 1 juni (en in de maand juni) rondreden in Sittard-Geleen. Daarnaast is het besluit via social media en lokale pers gecommuniceerd.
- Piekinzet: een maand lang zijn extra politiediensten ingezet (308 in totaal), tien diensten per dag, gericht op handhaven, orde houden, informatie verstrekken en communiceren, direct reageren op meldingen van bewoners, en heel veel flex-controles in de coffeeshops (zo’n twee per week). Inzet is vervolgens geleidelijk afgebouwd.
- Bestuursrechtelijke maatregelen: om handelaren direct van straat te krijgen, zijn bestuursrechtelijke maatregelen als gebiedsontzegging en het opleggen van dwangsommen ingezet. Ook zijn er door de gemeente informatielijnen voor inwoners opgezet Inwoners werden met klem gewezen op de mogelijkheid om te melden. Om ervoor te zorgen dat burgers blijven melden, was de voorwaarde dat elke melding opvolging kreeg van de politie of van boa’s van de gemeente.
- Cameratoezicht: om straathandel preventief aan te pakken, zijn camera’s bij de coffeeshops geplaatst. Naast cameratoezicht is gekeken wat er aan de fysieke ruimte kon worden gedaan: bankjes zijn weggehaald, er is een hek geplaatst en het groen is gesnoeid.
- Aanpak drugspanden: onder meer op basis van meldingen door bewoners. Wanneer ’een melding binnenkwam, is hierop direct actie ondernomen. Ook om te voorkomen dat inwoners zouden redeneren dat de zichtbaarheid van de problematiek is afgenomen, omdat het probleem van de straat is, maar vervolgens naar drugspanden is verplaatst en zij er nog steeds overlast van zouden ondervinden.
Resultaten
- Na de actieve handhaving is het aantal buitenlandse bezoekers sterk gedaald.
- Verplaatsingseffect: zo’n 25% van de coffeeshopbezoekers in Roermond gaf aan vóór 2016 (ook of uitsluitend) naar een coffeeshop in Sittard-Geleen te zijn gegaan voor softdrugs.
- De straathandel is afgenomen: er wordt nog weleens een lokale straatdealer gesignaleerd die wat probeert te handelen rondom een coffeeshop. Dat wordt bijvoorbeeld waargenomen met cameratoezicht. Door direct in te grijpen en een gebiedsontzegging op te leggen, zou het echter weer snel verdwijnen. De gemeente wil voorkomen dat een dealer voet aan de grond krijgt en een klantenkring opbouwt.
Sittard-Geleen en Roermond hebben door hun ligging aan de grens te maken met relatief grote aantallen coffeeshoptoeristen.
Door de geringe onderlinge afstand merken zij dat het coffeeshop- en handhavingsbeleid wederzijdse invloed hebben op elkaar. Er vindt onderling afstemming plaats en ook onderzoeken naar de aard en omvang van drugstoerisme zijn in beide gemeenten tegelijkertijd verricht.
In Roermond wordt het I-criterium met een lage prioriteit gehandhaafd. In de praktijk betekent dit dat er niet wordt gehandhaafd. Dit handhavingsbeleid is sinds 2012 ongewijzigd gebleven.
Uit onderzoek naar de straathandel en de aard en omvang van coffeeshopbezoekers in Roermond blijkt dat er weinig sprake is van straathandel rondom de coffeeshops. De in Roermond actieve straatdealers lijken voornamelijk op bestelling te werken en daarbij snel en zo onopvallend mogelijk te willen opereren. Omdat bewoners hiervan geen overlast ondervinden, wordt er bij de politie niet of nauwelijks melding van gemaakt.
Overlast die wel wordt ervaren door omwonenden en werkenden rondom coffeeshops is verkeersoverlast, met name bij een van de coffeeshops. Deze ligt vlak bij de Designer Outlet en veel buitenlandse bezoekers combineren dit.
In Venlo is het ingezetenencriterium per 1 mei 2012 volgens landelijk beleid ingevoerd. Omdat de politie ook in andere steden met coffeeshops (onder meer Roermond en Venray) meer capaciteit moest leveren, is de inzet in Venlo na drie maanden verminderd.
De straathandel nam na de zomer van 2012 weer toe. De illegale gebruikersmarkt groeide. Eind 2012 is het I-criterium aangepast.
Maatregelen na invoering van het I-criterium
- Politiecapaciteit tijdelijk opschalen met 18 fte in Limburg Noord. Met deze extra capaciteit is met name het straatteam versterkt.
- Extra inzet van straatcoaches en out-reachend werken door preventiemedewerkers van de verslavingszorg. Deze aanpak was met name gericht op het vergroten van de betrokkenheid van de ouders bij het tegengaan van drugsgebruik en drugshandel, het betrekken van scholen in overleggen hierover en het weerbaarder maken van jongeren die hierbij te maken hebben met groepsdruk vanuit hun sociale omgeving.
Resultaten
- Het drugstoerisme daalde met 80-90%. Begin 2013 was er echter een toename van de buitenlandse drugstoeristen. Dit kwam waarschijnlijk door verkeerde berichtgeving over de vervallen wietpas en het niet actief handhaven van het criterium. De overige 10-20% van de buitenlandse drugstoeristen heeft straatdealers gezocht voor het kopen van drugs.
- Aantal straatdealers nam fors toe na instellen criterium. Dit werd door het straatteam van de politie aangepakt; het straatteam is hiervoor uitgebreid van tien fte naar 20 fte.
- Er is een toename first offenders onder dealers: er is een toename van het aantal personen die voor het eerst veroordeeld worden.
- Straatdealers zijn zich na de afname van drugstoeristen gaan richten op jongeren. Het problematisch gebruik van softdrugs onder jongeren tot 18 jaar zou in Venlo in deze periode zijn toegenomen. Ook toen buitenlandse drugstoeristen terugkeerden, zijn de straatdealers zich op jongeren gaan focussen, omdat de handel onder buitenlandse kopers afnam.
- Sinds het I-criterium niet langer actief wordt gehandhaafd en de drugstoeristen langzamerhand weer zijn teruggekeerd naar de coffeeshops, is de rust op straat echter relatief snel weergekeerd.