Lichte bevelsbevoegdheid burgemeester
Laatst gewijzigd op: 07-09-2023

Een ‘licht’ bevel van de burgemeester heeft als doel een dreigende ordeverstoring te voorkomen, de orde te bewaren, dan wel de openbare orde te herstellen. Deze bevoegdheid is preventief en niet gericht op bestraffing.
Als een wettelijke regeling (bijvoorbeeld een APV) niet ziet op een bepaalde openbare ordeverstoring en handelen ter handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, dan kan de burgemeester op grond van artikel 172 lid 3 van de Gemeentewet een bevel geven ter handhaving van de openbare orde.
Met deze bevoegdheid kan de burgemeester dus een wettelijk voorschrift creëren om tegen één of meerdere ordeverstoorders op te kunnen treden. Deze bevoegdheid is hierdoor aanvullend op geschreven normen.
Overtreding van het bevel van de burgemeester wordt gesanctioneerd door artikel 184 Wetboek van Strafrecht. Op basis van de lichte bevelsbevoegdheid kunnen de volgende maatregelen worden opgelegd: gebiedsverbod, verblijfsontzegging, samenscholingsverbod.
Wie
Burgemeester.
Voorwaarde
- De lichte bevelsbevoegdheid mag geen inbreuk maken op bestaande wetgeving.
- Een acceptabele duur van de opgelegde maatregelen zijn.
Risico
Ongebreideld gebruik van bevoegdheid.
Juridische basis
- Gemeentewet – artikel 172 lid 3
- Wetboek van Strafrecht – artikel 184
Jurisprudentie
- Hoge Raad 11 maart 2008 – ECLI:NL:HR:2008:BB4096
- Rechtbank Rotterdam 6 september 2002 – ECLI:NL:RBROT:2002:AE7306
Status
Kansrijk.
Type aanpak
Saneren.