Sluitingstijdenbeleid
Laatst gewijzigd op: 08-05-2025Door de openingstijden voor de horeca aan te passen, pak je uitgaansgeweld en -overlast aan. Goede sluitingstijden in de horeca zorgen ervoor dat het uitgaanspubliek vroeger uitgaat, verspreid naar huis gaat en/of minder alcohol drinkt en minder overlast en agressie veroorzaakt.

De meest voorkomende varianten zijn: het reguleren en verruimen van de openingstijden van de horeca. Als er veel geweld en overlast is rond sluitingstijd, en/of publiek komt dronken en pas laat naar het uitgaansgebied, is het verstandig het sluitingstijdenbeleid onder de loep te nemen.
Waarom werkt het?
- Spreiden van publiek
- Minder alcoholgebruik
- Andere uitgaanstijden
Voor welke problemen?
Betrokken organisaties
- Gemeente
- Horeca
- Politie
Hoe werkt het?
- Gemeente: bepaalt, in overleg met belanghebbenden, het sluitingstijdenbeleid en eventuele extra maatregelen en voorwaarden. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de handhaving van het beleid.
- Horeca: moeten sluitingstijden naleven en eventuele voorwaarden uitvoeren. Politie: handhaving van het beleid, extra toezicht rond (eventuele) uiterste toegangs- en sluitingstijden.
- Lokaal probleem en te bereiken doel bepalen: minder alcoholgebruik, minder overlast, minder geweld, spreiding uitgaanspubliek, etc.
- Beleid bepalen en afwegen van de belangen van horeca, omwonenden, handhavers en uitgaanspubliek. Beleid vaststellen en communiceren naar belanghebbenden, draagvlak creëren. 0-meting uitvoeren ten behoeve van de evaluatie.
- Beleid, voorwaarden, afspraken en de handhaving vastleggen, bijvoorbeeld in de Algemene Plaatselijke Verordening.
- Handhaving van het beleid door gemeente en/of politie.
- Evaluatie: evalueer de uitvoering, de handhaving, het draagvlak bij alle betrokkenen en het effect van de maatregel.
Gemeenten combineren hun sluitingstijdenbeleid vaak met bepaalde voorwaarden voor de horeca. Denk aan verplicht gecertificeerde portiers aan de deur, extra handhaving op (geluids)overlast en huisregels voor horeca.
Daarnaast zetten gemeenten rond de drukste uren extra toezicht in, zoals politie, sus-teams en boa’s om geluidsoverlast in de buurt zo veel mogelijk te voorkomen.
- Tijd en kosten: e wijzigingen in sluitingstijden kosten tijd, met name in de fase waarin het beleid bepaald en vastgesteld wordt. Ook moeten de horeca, het uitgaanspubliek en de omwonenden op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen. Daarnaast kan een wijziging van het sluitingstijdenbeleid meer personeelskosten met zich meebrengen voor horeca, handhaving en politie, wanneer personeel extra of langer wordt ingezet.
- Botsende doelen: sommige doelen gaan niet goed samen. Verruiming van openingstijden wordt vaak toegepast om uitgaansgeweld te verminderen (spreiding van het publiek) en overlast voor omwonenden te beperken. Verruiming zou echter ook voor meer alcoholgebruik kunnen zorgen, wat ontremming bevordert en agressie kan vergroten.
- Noodzaak: met name in grotere gemeenten is de noodzaak voor sluitingstijdenbeleid het grootst omdat er daar vaak sprake is van een druk uitgaansleven en horecaconcentratiegebieden. Omwonenden kunnen hinder ondervinden en de bezoekersstromen zijn het grootst en meest divers.
- Ongewenste effecten: houd rekening met ongewenste effecten als omzetderving bij de horeca als de openingstijden worden beperkt, extra drukte rond de uiterste toegangstijden en sluitingstijden, en langer durende overlast voor omwonenden als openingstijden worden verruimd. Ook kan er verandering optreden in het alcoholgebruik, zoals meer indrinken. ‘Horecatoerisme’ naar buurgemeenten met een langere openingstijd komt ook voor.
- Kosten: houd ook rekening met eventuele hogere kosten (bijvoorbeeld extra personeelskosten), omdat er meer of langer toezicht moet worden ingezet. Wanneer er ‘natte horeca’ (cafés, clubs) en ‘droge horeca’ (snackbars) zijn, moet het sluitingstijdenbeleid hiermee rekening houden om bezoekersstromen te reguleren. Piekdrukte bij snackbars na sluiting van cafés en discotheken moet bijvoorbeeld worden voorkomen.
- Belangen: houd rekening met de diverse belangen in het uitgaansleven. De ervaring leert dat omwonenden vaak negatief staan tegenover een verruiming van openingstijden (meer en langer overlast later op de avond).
- Verruiming: horecaondernemers staan doorgaans positief tegenover een verruiming, mits die rendabel is. Hoe langer de zaak open is, hoe meer bezoekers komen die bovendien langer blijven, is de gedachte. Het uitgaanspubliek staat doorgaans positiever tegenover een verruiming dan een beperking van de openingstijden.
- Handhaving: handhaving van de sluitingstijden is belangrijk. Sommige gemeenten hanteren hierbij een puntensysteem: wanneer ondernemers zich niet aan afspraken houden, krijgen ze een strafpunt. Bij meer dan drie strafpunten verliest de horecaondernemer zijn ontheffing. Of de horeca moet na een overtreding van de regels gedurende minimaal één week vroeger op de avond sluiten. Er kan ook een dwangsom worden opgelegd; bij de derde overtreding kan de ontheffing voor verruiming van de sluitingstijden worden ingetrokken. Als een ondernemer zich zeer vaak onttrekt aan het sluitingstijdenbeleid, dan kan zelfs de vergunning van de ondernemer worden ingetrokken.
Meet het effect door te evalueren:
- Het aantal deelnemende horecagelegenheden.
- De motieven van de horeca voor deelname en hun ervaringen met het beleid (flexibiliteit, duidelijkheid, naleving, regeldruk, etc.).
- De ervaring van de handhavers (gemeente), bewoners en politie. De toename/afname van de verstoring van de openbare orde.
- De mate van spreiding van het uitgaanspubliek (minder piekdrukte). De effecten op het indrinken en alcoholgebruik tijdens het uitgaan.
- De effecten op uitgaans-gerelateerde incidenten en meldingen van overlast.