Locatie publiek cameratoezicht
Laatst gewijzigd op: 07-02-2025Camera’s mogen alleen worden ingezet op plaatsen waar de gemeente verantwoordelijk voor is.

Publiek cameratoezicht is gericht op het voorkomen van verstoring van de openbare orde en veiligheid. Dat betekent dat camera’s alleen mogen worden ingezet op plaatsen waar de gemeente verantwoordelijk voor is: de openbare plaats. Vrij vertaald is dit elke plaats, straat, weg die voor iedereen toegankelijk is.
Criteria openbare plaats
De invulling van het begrip ‘openbare plaats’ is ontleend aan de Wet openbare manifestaties (Wom). Het begrip omvat in de meest algemene zin ‘alle plaatsen waar men komt of staat’. In eerste instantie gaat het hierbij om de straat of de weg die voor iedereen vrij toegankelijk is. In het verlengde hiervan worden ook andere plaatsen die vrij toegankelijk zijn genoemd, zoals openbare plantsoenen, speelweides, parken en de vrij toegankelijke gedeelten van overdekte passages, winkelgalerijen, stationshallen en vliegvelden.
- Kijk in de Wom voor meer informatie over deze criteria.
Het aanwijzen van openbare plaatsen
De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om ook andere plaatsen aan te wijzen als openbare plaats. Zo kunnen gemeenten snel inspelen op lokale behoeften. Het gaat dan om plaatsen die vanwege het zogenaamde doelgebonden verblijf niet onder de definitie van openbare plaats uit de Wom vallen, zoals parkeerterreinen. Het uitgangspunt is dat cameratoezicht noodzakelijk is met het oog op de handhaving van de openbare orde.
Camera’s op particulier eigendom
Bepaalde openbare plaatsen zijn particulier eigendom. Voorbeelden hiervan zijn voor het publiek toegankelijke gedeelten van stadionterreinen, stationshallen en winkelpassages. Op grond van de Gemeentewet is het toegestaan in een dergelijk gebied camera’s te plaatsen, mits het gemeentebestuur dit in goed overleg met de eigenaar kan uitvoeren.
Naast het zelf plaatsen van camera’s, kunnen gemeenten ook gebruikmaken van particuliere camera’s en/of het cameratoezicht samen met particulieren uitvoeren in een publiek-private samenwerking. Het uitkijken van deze beelden kan uiteraard alleen met toestemming van de eigenaar. Het regime van artikel 151c van de Gemeentewet is echter nog steeds van toepassing.