Maatwerk en bewijs bij gebiedsverbod voor drugsdealer
Laatst gewijzigd op: 31-03-2025Bij het opleggen van een gebiedsverbod op grond van de Wet MBVEO hoeft niet elk incident, zoals in het strafrecht, wettig en overtuigend bewezen te kunnen worden. Wel zijn politie-waarnemingen belangrijk bij het opleggen van gebiedsverboden. Als er andere manieren van transport zijn, dan is een gebiedsverbod dat ertoe leidt dat iemand geen gebruik van de trein kan maken, niet per se onevenredig.

Kenmerken
Gemeente
Rechterlijke macht
Verdovende middelen
Gebiedsverbod
Wat was de overtreding?
Een man krijgt een gebiedsverbod opgelegd op grond van de Wet MBVEO vanwege dealen op straat. Hij heeft daar al eerder een gebiedsverbod voor opgelegd gekregen. Meerdere antecedenten en vijf specifieke waarnemingen hebben geleid tot dit gebiedsverbod. Uit deze politie-observaties blijkt dat de man dealt en daarmee de openbare orde herhaaldelijk en ernstig heeft verstoord. Ook is er vrees voor verdere verstoring van de openbare orde omdat hij, ondanks eerdere interventies, niet is gestopt met zijn gedrag. Zo zijn de politie en de jongerencoach van de gemeente ingezet en zijn er eerder gebiedsverboden opgelegd. Dit heeft allemaal niet geholpen om het ordeverstorende gedrag te stoppen.
Welke maatregel werd opgelegd?
De burgemeester legt een gebiedsverbod op voor de duur van drie maanden voor een gebied in het centrum van Glanerburg. Dit gebied is weergegeven op een bij het bevel aangehechte kaart.
Wat besloot de rechter?
De zaak komt voor de voorzieningenrechter. Die stelt dat niet vereist is dat elk incident wettig en overtuigend bewezen hoeft te worden, zoals in het strafrecht. Het moet voldoende aannemelijk zijn dat meneer structureel overlast heeft veroorzaakt. Hiervan is volgens de voorzieningenrechter sprake. Hij vindt de politiewaarnemingen wel wat aan de magere kant en ook heeft de politie zich in een datum vergist. Toch ziet de voorzieningenrechter geen reden om te twijfelen aan de waarnemingen van de politie en gaat het volgens de rechter onmiskenbaar om dealen. De rechter vindt daarnaast dat geen sprake is van schending van het recht op familie- en privéleven zoals neergelegd in artikel 8 EVRM. Hoewel onduidelijk is waar meneer woont, kan hij zijn moeder gewoon blijven bezoeken. Het argument dat hij niet langer met de trein kan reizen door het gebiedsverbod, vindt de rechter niet van belang. De man is lopend eerder bij een bushalte dan bij het station. Daarnaast kan hij gebruikmaken van de fiets en de elektrische step waarop hij is gezien. Ook vindt de rechter dat meneer een gewaarschuwd man is door het eerdere gebiedsverbod dat hij opgelegd kreeg in verband met dealen. Helaas heeft dat niet ertoe geleid dat hij zijn gedrag heeft veranderd. Het opleggen van een gebiedsverbod is noodzakelijk om strafbare feiten te voorkomen en om rechten en vrijheden van anderen te beschermen. Strijd met artikel 8 EVRM is er dan ook niet volgens de rechter.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
Bij het opleggen van een gebiedsverbod op grond van de Wet MBVEO hoeft niet elk incident, zoals in het strafrecht, wettig en overtuigend bewezen te kunnen worden. Wel zijn politie-waarnemingen belangrijk bij het opleggen van gebiedsverboden. Als er andere manieren van transport zijn, dan is een gebiedsverbod dat ertoe leidt dat iemand geen gebruik van de trein kan maken, niet per se onevenredig.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBOVE:2024:4215