Ga naar de inhoud

Wat maakt iemand ontvankelijk voor intimidatie?

Kay de Wit

Een nagebouwde illegale goktent en trainingsacteurs die hun innerlijke bullebak loslaten op wijkagenten en boa’s. Dit was het ‘laboratorium’ waar gedragswetenschapper Kay de Wit haar intimidatiemodel kon toetsen. In Secondant vertelt ze over haar onderzoek naar het fenomeen intimidatie en over interventies die we daar voor kunnen bedenken. “Ik wil dit ook in andere contexten gaan toetsen, denk aan mensenhandel.”

Intimidatie  

Kay de Wit doet onderzoek naar het fenomeen intimidatie. Als gedragswetenschapper vanuit TNO doet ze onderzoek naar wat intimidatie precies is en hoe je kennis daarover kan laten landen in de praktijk. Als buitenpromovenda bij de Universiteit van Amsterdam probeert ze dieper op het onderwerp in te gaan. Door vragen te stellen als: hoe werkt het precies en wat maakt dat sommige mensen meer ontvankelijk zijn voor intimidatie? Bijvoorbeeld wanneer mensen gaan dreigen of schreeuwen.

Interventies 

Door de achtergrond van het fenomeen beter te begrijpen, kunnen we er ook beter effectieve interventies voor ontwikkelen. Het is heel belangrijk dat dat gebeurt, omdat we weten dat maar liefst een derde van de ambtenaren wel eens te maken heeft gehad met agressie en geweld. Dat laat volgens Kay de Wit nog eens zien hoe relevant het is om onderzoek naar intimidatie te doen en toepassingen voor te ontwikkelen. We kunnen dan als samenleving weerbaarder worden tegen het fenomeen. 

Onderzoek in twee delen 

Het onderzoek van Kay de Wit is opgedeeld in twee delen. In het eerste, theoretische deel is onderzocht wat er eigenlijk bekend is over intimidatie in de wetenschap. Daarbij is een intimidatiemodel gebouwd, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur. Welke persoonlijkheidskenmerken maken iemand meer ontvankelijk voor intimidatie? En welke maken dat iemand meer geneigd is om een intimidatiestijl in te zetten?

Het theoretisch deel van het onderzoek is de basis voor een praktijkgericht onderzoek dat nog loopt. Daarvoor heeft ze data mogen verzamelen bij toezichthouders en veiligheidsprofessionals die al getraind werden op weerbaarheid tegen intimidatie.