Ga naar de inhoud

Documenten online aangejaagde ordeverstoringen

Laatst gewijzigd op: 09-04-2025

Bekijk relevante documentatie over het onderwerp online aangejaagde ordeverstoringen.

Foto van zes mensen die bezig zijn met hun mobiele telefoon. Ter illustratie van het CCV-dossier Online ordeverstoringen.

Documentenoverzicht

Begin april 2025 heeft VVD-Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen een initiatiefwet ingediend die burgemeesters de bevoegdheid geeft om een verwijderbevel op te leggen aan personen die online berichten plaatsen die de openbare orde verstoren of waarbij ernstige vrees bestaat voor een dergelijke verstoring. Dit wetsvoorstel beoogt een juridisch instrument te bieden om sneller en effectiever in te grijpen bij online oproepen tot ordeverstoringen.​

Groeiende zorg

De achtergrond van dit voorstel ligt in de groeiende zorg over de rol van social media bij het aanwakkeren van openbare-ordeverstoringen. In december 2023 diende Michon-Derkzen al een motie in die de regering verzocht het vernieuwde handelingskader voor online gegevensverwerking van de politie en de aanpak van online aangejaagde ordeverstoringen te versnellen.

Eerder hebben burgemeesters aangegeven behoefte te hebben aan meer bevoegdheden om online opruiing aan te pakken. In februari 2023 pleitte een groep van ruim 40 burgemeesters voor een wetswijziging om online gebiedsverboden mogelijk te maken. Ze stelden dat de bestaande wetgeving onvoldoende handvatten biedt om digitaal aangewakkerde ordeverstoringen effectief te bestrijden​.

Critici

De discussie over het verlenen van dergelijke bevoegdheden aan burgemeesters roept echter ook vragen op over de balans tussen het handhaven van de openbare orde en het beschermen van grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting. Critici vrezen dat het verlenen van dergelijke bevoegdheden kan leiden tot een inperking van het demonstratierecht en andere burgerlijke vrijheden.

Door: M. Eysink Smeets, H. Moors, L. de Veen, M. Koelink | Publicatie in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap | Politiekunde 125, Politie en Wetenschap, Apeldoorn; Sdu Uitgevers, Den Haag 2025.

De publicatie ‘Bloemen op de begraafplaats. De aanpak van een complottheorie in Bodegraven. En wat we daarvan kunnen leren’ beschrijft hoe de complottheorie over satanisch kindermisbruik in Bodegraven tijdens de coronapandemie uitgroeide tot een maatschappelijke en bestuurlijke crisis. Vanaf 2020 verspreidden enkele aanjagers online geruchten die uiteindelijk leidden tot massale bloemleggingen op de lokale begraafplaats en ernstige bedreigingen aan het adres van vermeende betrokkenen.

De publicatie laat zien hoe lokale autoriteiten – politie, Openbaar Ministerie en gemeente – op de tast een aanpak ontwikkelden en welke lessen hieruit te trekken zijn. Het benadrukt de kwetsbaarheid van de samenleving voor desinformatie en het belang van vroegtijdige signalering, samenwerking en juridische ondersteuning bij bovenlokale online dreigingen. Daarnaast wordt gewezen op de impact op gewone inwoners en de noodzaak om bedreiging en intimidatie serieus te nemen.

Het onderzoek concludeert dat een succesvolle aanpak niet alleen afhangt van protocollen, maar vooral van moreel leiderschap, empathie en onderling vertrouwen binnen het bestuur.

Willem Bantema en Wouter Stol 

Het artikel kijkt terug naar de de ontwikkelingen rondom ‘online aangejaagde ordeverstoringen’ en de invloed daarvan op de rol van de burgemeesteren  van de afgelopen vijftien jaar.

Er komen twee toekomstscenario’s aanbod. In het eerste scenario heeft de burgemeester geen online bevoegdheden en is hij afhankelijk van andere instanties. In het tweede scenario heeft de burgemeester wel de bevoegdheid om met online maatregelen verstoringen te bestrijden. De toekomst van de

(online) openbare-ordehandhaving heeft invloed op de gezagspositie van de burgemeester en op de openbare orde en veiligheid. Toekomstige keuzes hebben ook gevolgen voor de balans tussen privacy en veiligheid en voor de invloed die grote techbedrijven op lokale besturen hebben.

Lees het artikel.

Hoofdstuk 11: Efficacy of the Dutch general municipal bylaw in combating online troublemakers

Dit hoofdstuk onderzoekt hoe effectief de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is in het aanpakken van online aangejaagde openbare ordeverstoringen, met casestudies in Almelo en Utrecht. Het vergelijkt de Nederlandse aanpak met België en bespreekt juridische uitdagingen, zoals de spanning met grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting. Het hoofdstuk biedt aanbevelingen om de APV aan te passen voor een sterker juridisch kader om online gedrag te reguleren.

Lees het hoofdstuk.

Artikel van Willem Bantema

Deze studie, gebaseerd op empirisch onderzoek en juridische analyses tussen 2018 en 2023, onderzoekt de mogelijkheden om de bevoegdheden van burgemeesters uit te breiden naar de digitale sfeer. Ondanks juridische en ethische uitdagingen, zoals jurisdictie, vrijheid van meningsuiting en handhaafbaarheid, pleit het onderzoek voor een genuanceerde benadering om online gedrag onder lokaal bestuursrecht te brengen en zo verstoringen van de openbare orde proactief te voorkomen.

Lees het artikel.

Dit barrièremodel brengt het proces van online aangejaagde ordeverstoringen in kaart. Het identificeert de fases van een ongewenst fenomeen. Tevens wordt per stap inzichtelijk gemaakt welke gelegenheden, signalen en partijen een rol spelen. Vervolgens wordt aangegeven welke barrières, zowel juridisch als niet-juridisch, ingezet kunnen worden om online aangejaagde ordeverstoringen te kunnen beheersen of voorkomen. Bekijk hier de beknopte versie van het barrièremodel. De uitgebreide versie vind je als je inlogt op www.barrieremodellen.nl

Lees de toelichting

Er is onderzoeken gedaan of er bij burgemeesters behoefte is aan een voorziening voor burgemeesters waar zij online-uitingen kunnen aanmelden die acuut gevaar opleveren voor de openbare orde. Met als doel dat deze uitingen verwijderd of ontoegankelijk gemaakt worden. Lees de uitkomst naar deze onderzoeksvraag – maar ook de andere handelingsmogelijkheden van burgemeesters bij online aangejaagde ordeverstoringen – in dit rapport van Project Online Content Moderatie (PrOCoM).

Burgemeesters worden de afgelopen jaren geconfronteerd met online aangejaagde openbare-ordeverstoringen. Het gaat hierbij om fysieke verstoringen van de openbare orde die online beginnen of online worden versterkt. Er is tot op heden nog relatief weinig ervaring opgedaan met het (bestuurlijk) handhaven van de openbare orde door de inzet van instrumenten tegen onlinegedrag. Omdat burgemeesters belast zijn met de handhaving van de openbare orde binnen hun eigen gemeente, vraagt een aantal van hen aandacht voor hun handelingsperspectief om deze online aangejaagde openbare-ordeverstoringen te voorkomen dan wel te beheersen. Voordat wordt toegekomen aan de vraag of er een nieuwe wettelijke grondslag nodig is, is het eerst van belang om het huidig handelingsperspectief van de verschillende bij dit vraagstuk betrokken actoren in kaart te brengen.

Samen met gemeenten, kennisinstellingen en het bedrijfsleven wordt dan ook gewerkt aan passende handelingsperspectieven. Minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius en Minister van Buitenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Bruins Slot beschrijven alle lopende werkzaamheden op het terrein van online aangejaagde ordeverstoringen in deze brief aan de kamer.

Bekijk het Kamerstuk over online aangejaagde openbare-ordeverstoringen

Met deze brief informeert minister Yeşilgöz-Zegerius de Kamer over de gedachten en de lopende trajecten binnen de ministeries. De vraag hoe om te gaan met online aangejaagde openbare-ordeverstoringen wordt de komende periode stapsgewijs beantwoord. Samen met gemeenten, kennisinstellingen en het bedrijfsleven wordt gewerkt aan passende handelingsperspectieven. Een overzicht van deze activiteiten, die deels al eerder gestart zijn, staan in dit Kamerstuk.

Het internet heeft het politiewerk op uiteenlopende manieren veranderd. Een van de veranderingen is dat er voor de politie een bron van gegevens bij is gekomen. In dit verkennende onderzoek wordt in kaart gebracht op welke wijze de politie online gegevens vergaart ten behoeve van zowel intelligence als opsporing (internet rechercheren). De uitkomsten zijn gebaseerd op interviews met 41 respondenten die werkzaam zijn in de informatieorganisatie, basisteams en rechercheonderdelen.

Minister Yeşilgöz-Zegerius (JenV) informeerde de Tweede Kamer over het 1e halfjaarbericht van de politie van 2023. Zij ging daarbij in op de positie van de politie in de samenleving, de toerusting van de politieorganisatie en de ontwikkeling van de taakuitvoering en het werkaanbod.

Tijdens het mondelinge vragenuur van 16 mei had zij toegezegd de Kamer te informeren over de verkenning die zij uitvoert naar de bevoegdheden van politie in de openbare-ordetaak. Daarnaast verzocht het lid van Baarle om een brief over de activiteiten van het Team Openbare Orde Inlichtingen (TOOI) en de grondslagen van deze activiteiten. Met deze bijlage voldoet zij aan deze toezegging en het informatieverzoek. Omdat door de Kamer ook verschillende vragen zijn gesteld over artikel 3 van de Politiewet 2012 als grondslag voor het optreden in het kader van deze openbare-ordetaak, gaat deze bijlage daar ook nader op in. Hierbij is specifiek aandacht besteed aan TOOI en de wijze waarop dit onderdeel van politie bijdraagt aan de handhaving van de openbare orde

Allisha de Vicq de Cumptich deed voor haar studie HBO-rechten onderzoek naar de handhavingsmogelijkheden bij online aangejaagde ordeverstoringen.

In het onderzoek is onderzocht op welke wijze burgemeesters de openbare orde kunnen handhaven indien deze dreigt te worden verstoord vanwege uitlatingen via het internet. Hiervoor is literatuuronderzoek gedaan alsook onderzoek van de praktijk.

Naar aanleiding van het onderzoek is een beroepsproduct opgesteld. Dit betreft een advies aan het CCV over dit onderwerp. Daarnaast is een infographic opgesteld, waarin op overzichtelijke wijze vermeld staat welk advies wordt gegeven aan burgemeesters.

Internet wordt ook gebruikt om oproepen te doen om de openbare orde te verstoren. Denk aan de oproepen bij de avondklokrellen in de coronapandemie en bij de boerenprotesten. Hoe vaak komen Nederlanders dit soort oproepen op internet tegen? Om wat voor soort oproepen gaat het? En ervaren ze er zelf overlast van in de eigen woonomgeving? Het CBS onderzocht deze thematiek.

Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) geeft antwoorden op Kamervragen naar aanleiding van het bericht ‘Burgemeester van Utrecht mocht geen online gebiedsverbod opleggen’. De Tweede Kamerleden Dekker-Abdulaziz (D66) en Azarkan (DENK) hadden de vragen gesteld.

In haar brief geeft minister Yeşilgöz-Zegerius een toelichting op de verschillende acties die op dit moment worden uitgewerkt, die gerelateerd zijn aan de problematiek die het lokaal bestuur tegenkomt wanneer fysieke verstoringen van de openbare orde in een gemeente online beginnen of online versterkt worden (antwoord op vraag 4 en 5). Vanwege het gebrek aan ervaring op dit vlak en de behoefte om het handelingsperspectief van burgemeesters te verduidelijken, brengt haar departement – in samenwerking met gemeenten, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) – in kaart welk handelingsperspectief burgemeesters hebben voor de tijdige onderkenning, voorkoming of beheersing van online aangejaagde ordeverstoringen. Het gaat daarbij om een ordening van zowel juridische als niet-juridische mogelijkheden.

Hoe stimuleer je pro-sociaal gedrag online? Dat is de vraag die centraal staat in dit onderzoek bestaande uit twee delen, dat door Netwerk Mediawijsheid in samenwerking met de Nationale Wetenschapsagenda en de Erasmus Universiteit Rotterdam is uitgevoerd.

Ongewenst gedrag online in de vorm van racisme, online shaming of buitensluiten komt veel voor. Uit deze peiling van Netwerk Mediawijsheid (2022) bleek al dat bijna tweederde van de Nederlanders hier weleens mee in aanraking is gekomen, met alle mogelijke gevolgen van dien. Het verminderen van dit soort asociaal gedrag is dus belangrijk.

Omstanders kunnen hier een grote rol in spelen: door een slachtoffer te steunen, je uit te spreken of in te grijpen als er ruzie dreigt te ontstaan kan een vervelende situatie een positieve draai krijgen. Dit onderzoek richt zich dan ook op positief en actief omstandergedrag. Wat zijn de factoren die bepalen of mensen in actie komen (van omstander naar upstander) als ze ervaren dat iemand onterecht online vernederd of buitengesloten wordt? Op welke manieren doen zij dat? En hoe kunnen we dit soort prosociaal gedrag online stimuleren, bijvoorbeeld met campagnes of lesprogramma’s?

Het onderzoeksrapport

Gegevens voor het onderzoek zijn door onderzoeksbureau NoTies verzameld met een online survey onder Nederlandse sociale-mediagebruikers tussen de 16 en 80 jaar. Ook is er een observatiestudie gedaan naar sociaal gedrag online onder
scholieren aan de hand van de interactieve theatervoorstelling Block or Bless ontwikkeld door Theaterhart. Het onderzoek is georganiseerd door Netwerk Mediawijsheid en de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) in samenwerking met de Erasmus
Universiteit Rotterdam.

In dit gecombineerde onderzoeksrapport zijn de bevindingen uit de survey en de observatiestudie die samen het onderzoek vormen te lezen.

Download

Onderzoeksrapport ‘Van omstander naar ‘upstander”

Analyse van de voedingsbodem van de ordeverstoringen in vier Noord-Brabantse steden. Gepubliceerd door de Rijksuniversiteit Groningen.

Op verzoek van het WODC deed het Rathenau Instituut onderzoek naar schadelijk en immoreel gedrag online. Ze hielden interviews en voerden gesprekken met deskundigen uit beleid, wetenschap en praktijk, en deden een literatuurstudie van wetenschappelijke en journalistieke bronnen en beleidsstukken. Op basis hiervan en met de expertise uit eerder onderzoek van het Rathenau Instituut, introduceren ze een taxonomie waarin ze 22 fenomenen van online schadelijk en immoreel gedrag categoriseren: van online informatiemanipulatie tot haat en zelfbeschadiging.

Onderzoekbureau EMMA, het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid en Rijksuniversiteit Groningen onderzochten de ongeregeldheden van januari 2021 in Breda, Eindhoven, Helmond en ‘s-Hertogenbosch, in opdracht van deze vier gemeenten. Waar eerdere evaluaties zich vooral hebben gericht op de rellen zelf en de aanpak ervan, biedt dit rapport kennis over voedingsbodems en achtergronden van de ongeregeldheden in deze vier steden. Het geeft bestuurders, beleidsmakers en -uitvoerders aanknopingspunten om adequaat te kunnen handelen in de voorfase en de nasleep van toekomstige ordeverstoringen.

Veiligheidscoalitie Noord-Holland Samen Veilig (NHSV) ontwikkelde een praktische interventiekaart en een juridische handreiking voor burgemeesters, politie en het Openbaar Ministerie. Hierin staan handvaten om online in te grijpen om escalatie te voorkomen.

Het Focusblad Digitale Veiligheid is een aanvulling op het Kernbeleid Veiligheid van de VNG. Het focusblad geeft gemeenten handvatten bij het opnemen en uitwerken van het thema digitale veiligheid in het lokale Integraal Veiligheidsplan (IVP).

Hoe kun je als overheidsorganisatie handelen in het geval van online opruiing, desinformatie en bedreiging? En waar moet je rekening mee houden als je monitoring inzet ter preventie van online aangejaagde ordeverstoring?

Om gemeenten een beeld te geven van welke signalering- en handhavingsmogelijkheden er nu zijn, publiceerde Noord Holland Samen Veilig een interventiekaart op basis van onderzoek van het lectoraat Cybersafety van NHL Stenden. Daarnaast kwam uit een online sessie met onder andere advocaten Cees van de Sanden en Heleen Peters een checklist met juridische afwegingen voor online monitoring. Hiermee kunnen gemeenten sneller handelen bij concrete incidenten.

Voor het eerst komen er gemeenschappelijke regels voor de verplichtingen en verantwoordingsplicht van digitale intermediairs in de hele EU. Dat zorgt voor nieuwe mogelijkheden om digitale diensten over de grenzen heen aan te bieden en biedt alle gebruikers, waar ze ook wonen, een even goede bescherming.

Op de officiele website van de Europese Unie staat meer informatie over de wet inzake digitale diensten (Digital Services Act). Wat zijn de nieuwe verplichtingen? Welke providers vallen hieronder? Et cetera.

In een tijd waarin de schaduwkanten van het internet en sociale media steeds meer zichtbaar en voelbaar worden, wordt de overheid in toenemende mate aangekeken om maatregelen te treffen en met oplossingen te komen. Ook de internetsector vraagt om meer scherpte en duidelijkheid van de overheid over wat van hen wordt verwacht. Private partijen geven nu aan het gevoel te hebben in een spagaat te zitten, waarbij ze enerzijds worden aangesproken omdat ze niet voldoende zouden optreden tegen ongewenste online fenomenen en anderzijds omdat ze het vrije internet teveel zouden beperken.

Dit memorandum gaat over wat het ministerie van Justitie en Veiligheid de komende jaren qua normstelling, regulering en handhaving te doen staat ten aanzien van online content. Het ministerie brengt in beeld waar en hoe het beleidsmatig omgaat met het thema online content, hoe het onderwerp vanuit organisatorisch en strategisch perspectief is opgepakt door de Brede Bestuursraad en wat het ministerie te doen staat om haar rol te pakken en verantwoordelijkheid te nemen om de schaduwkanten van online content te beteugelen op een wijze die voldoet aan internationale, Europese en nationale standaarden.

Trainees vanuit diverse ministeries hebben een verkenning uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) naar niet-juridische instrumenten voor gemeenten bij online oproepen tot rellen. Want hoe kunnen gemeenten zicht krijgen op online aangejaagde openbare ordeverstoringen? Hoe moeten zij hierop reageren? En welke instrumenten kunnen zij inzetten om verstoringen van de openbare orde te voorkomen of inperken? De focus ligt daarbij op de inzet van niet- juridische instrumenten, met name op de inzet of het gebruik van sociale media en andere communicatiemiddelen.

NHL Stenden Hogeschool schreef in opdracht van de VNG een essay om inzicht te bieden in toekomstige ontwikkelingen op het gebied van digitale veiligheid, zodat er nu al op geanticipeerd kan worden. Aan de hand van toekomstscenario’s is een essay met een handelingskader geschreven dat gemeenten kan helpen, zodat zij ook in de komende 5 tot 10 jaar goed voorbereid zijn op bestuurlijke uitdagingen rondom digitale veiligheid. De factsheet Digitale veiligheid toont de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek en een richting aan bestuurlijk handelen binnen een veiligheidsdomein waar digitalisering steeds belangrijker wordt.

Naar aanleiding van het op 18 mei gepubliceerde onderzoek ‘Black box van gemeentelijke online monitoring; Een wankel fundament onder een stevige praktijk’ van de NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen hebben meerdere gemeenten raadsvragen gesteld. Hieronder de publicaties van deze raadsvragen met antwoorden van de gemeente Delft.

Naar aanleiding van het op 18 mei gepubliceerde onderzoek ‘Black box van gemeentelijke online monitoring; Een wankel fundament onder een stevige praktijk’ van de NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen hebben meerdere gemeenten raadsvragen gesteld. Hieronder de publicaties van deze raadsvragen met antwoorden van de gemeente Eindhoven.

Naar aanleiding van het op 18 mei gepubliceerde onderzoek ‘Black box van gemeentelijke online monitoring; Een wankel fundament onder een stevige praktijk’ van de NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen hebben meerdere gemeenten raadsvragen gesteld. Hieronder de publicaties van deze raadsvragen met antwoorden van de gemeente Utrecht.

Gepubliceerde uitspraak over online aangejaagde ongeregeldheden.

Gepubliceerde uitspraak over online aangejaagde ongeregeldheden.

Gepubliceerde uitspraak over online aangejaagde ongeregeldheden.