Strafbare of illegale content melden bij platform
Voorbeelden van strafbare of illegale content zijn bedreiging, discriminatie, laster en opruiing.
Doel
Mainstream platforms willen uiteraard niet dat er strafbare of illegale content op hun platform wordt gepubliceerd. Om dit te voorkomen, stellen de platforms gebruikersvoorwaarden (guidelines) op. In deze voorwaarden beschrijven ze welke content niet is toegestaan op het platform. Dit geeft ze mogelijkheid om dergelijke content te verwijderen.
Rol gemeente
De rol van de gemeente bij het melden van strafbare of illegale content hangt af van de situatie. De verantwoordelijkheid voor het indienen van een melding ligt doorgaans bij de persoon of de organisatie die van mening is dat het platform strafbare content bevat.
Het is aan hen om contact op te nemen met het betreffende platform en de melding in te dienen. De gemeente kan informatie verstrekken over de juiste kanalen waarlangs een melder een klacht bij het platform kan indienen.
Werkwijze
Voorbeelden van strafbare en illegale content zijn:
- Bedreiging
- Belediging
- Discriminatie
- Laster
- Opruiing.
Om te voorkomen dat er strafbare of illegale inhoud op het platform worden gepubliceerd, hebben de mainstream platforms zelf al een aantal maatregelen getroffen:
Inzet artificial intelligence (AI)
De mainstream platforms gebruiken artificial intelligence (AI) om de stroom aan informatie te kunnen controleren. Door middel van AI wordt het overgrote deel van strafbare of illegale content eruit gefilterd, nog voordat deze op het platform verschijnt.
Contentmoderators
AI kan niet alle ongeoorloofde content tegenhouden. Met name content die juridische dilemma’s met zich meebrengt, vraagt vaak om een menselijk oordeel. Daarom zetten de mainstream platforms ook altijd menselijke contentmoderators in.
De moderators gaan na of de content strafbaar of illegaal is. Dit soort content wordt direct verwijderd. Gebruikers die de die content hebben geplaatst, kunnen een waarschuwing krijgen en in sommige gevallen wordt hun account geblokkeerd of verwijderd.
Melding gebruikers
Als er, ondanks de bovenstaande interventies, toch strafbare of illegale content op het platform verschijnt, kunnen gebruikers het betrokken platform hierop wijzen. Het platform zet dan een Notice and Take Down procedure in gang. Bij deze procedure wordt beoordeeld of de melding aan de vereisten voor verwijdering voldoet. Als dit het geval is, wordt de content verwijderd of ontoegankelijk gemaakt.
Meer informatie
- In kaart brengen (social) media landschap door de gemeente
- Overzicht maken van guidelines mainstream platforms
- Notice and Take Down procedure
- Ongewenste content melden bij platform
Juridische factsheets
Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Grondslag
Art. 285 Sr [Bedreiging met ernstig misdrijf]
Omschrijving
Lid 1: Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Lid 2: Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Lid 3: Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Lid 4: Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Lid 5: Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Ingangsvoorwaarden
Lid 1: ‘Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen/geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen’ dan wel ‘bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat/verkrachting/de feitelijke aanranding van de eerbaarheid’ dan wel ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht/gijzeling/zware mishandeling/brandstichting’.
Lid 2: Wanneer de strafverzwaringsgrond van art. 285 lid 2 van toepassing is, dient aan het bovenstaande te worden toegevoegd: ‘terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied’.
Lid 3: Bedreiging met een terroristisch misdrijf.
Lid 4: Aan de desbetreffende kwalificatie ingevolge lid 1, 2 of 3 wordt toegevoegd: ‘gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken’.
Lid 5: Wanneer de strafverzwaringsgrond van lid 5 van toepassing is, dient aan de kwalificatie onder lid 1 te worden toegevoegd: “terwijl deze wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar”.
Voorbeeld cases
- HR 18 september 2018, NJ 2018/454 m.nt. J.M. Reijntjes.
Bedreiging met zware mishandeling via LinkedIn, art. 285 Sr. Het oordeel dat door het in de bewezenverklaring vermelde bericht “Praat in mijn gezicht, dan trap ik het voor je kapot” bij aangever in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen, bij welk oordeel het hof mede het eveneens door verdachte op dezelfde datum verzonden bericht “Je bent een bange kanker boer anders was je niet naar de politie gegaan verwacht een confrontatie met mij of mijn vrienden want jij komt hier niet mee weg” heeft betrokken, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Juridisch gevolg
Strafrechtelijke afhandeling
- Gevangenisstraffen voor opruiing bedreiging en smaad (rechtspraak.nl) Bedreiging van premier Rutte, RIVM-directeur Van Dissel en Hugo de Jonge.
- ECLI:NL:RBDHA:2022:6263
- ECLI:NL:RBDHA:2022:6265
- ECLI:NL:RBDHA:2022:6266
Referentie wetten.nl
Recht
Strafrecht
Route
Officier van Justitie / rechter
Doel
Stoppen
Gericht op
- Dader en slachtoffer
- Repressief middel
Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Grondslag
Art. 266 lid 1 Sr [Eenvoudige belediging]
Ingangsvoorwaarden
Lid 1: Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging gestraft.
Lid 2: Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit.
Voorbeeld cases
- HR 10 april 2018, NJ 2018/282 m.nt. E.J. Dommering
Bewezenverklaard is dat verdachte — gemeenteraadslid — via zijn twitteraccount en facebookpagina A — een ander gemeenteraadslid — heeft beledigd door hem een racist te noemen. Nu verdachte die uitlatingen heeft gedaan aansluitend aan een in de gemeenteraad gevoerd debat waarin hij A discriminatoir optreden verweet is ‘s hofs oordeel dat de door verdachte gebezigde uitlatingen onnodig grievend zijn niet zonder meer begrijpelijk gelet op het toetsingskader uit HR 16 december 2014, NJ 2015/108, en in aanmerking genomen enerzijds het politieke debat dat de aanleiding vormde voor de uitlatingen van verdachte en anderzijds het belang van een politicus in het publieke debat zaken aan de orde te stellen, ook als zijn uitlatingen kunnen kwetsen.
- ECLI:NL:HR:2018:1003
Misbruik artistieke vrijheid om beledigingen te uiten.
Juridisch gevolg
Strafrechtelijke afhandeling.
Referentie wetten.nl
https://wetten.overheid.nl/BWBR0001854/2023-01-01
Recht
Strafrecht
Route
Officier van Justitie / rechter
Doel
Stoppen
Gericht op
- Dader
- Repressief middel
Een persoon welke een uitspraak doet welke beledigend is wegens ras, godsdienst, levensovertuiging, seksuele geaardheid, lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, aanzet tot haat, discrimineert of aanzet tot geweld wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Dezelfde gevangenisstraf of geldboete is geldig voor een persoon wie een voorwerp openbaar maakt of verspreidt waarin een zoals bovengenoemde uitlating bevat.
Deze uitspraak kan ook geschieden via onlinekanalen.
Grondslag
Art. 137e Sr [Openbaar maken beledigende, discriminerende of haatzaaiende uitlatingen]
Omschrijving
Lid 1 onder 1: Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving:
een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Lid 1 onder 2: Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving:
Een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, zulk een uitlating is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, doet toekomen, dan wel verspreidt of ter openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Ingangsvoorwaarden
Lid 1 onder 1: Er is sprake van een uitspraak welke beledigend is wegens ras, godsdienst, levensovertuiging, seksuele geaardheid, lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, aanzet tot haat, discrimineert of aanzet tot geweld.
Lid 1 onder 2: Er is sprake van een persoon welke een voorwerp iemand doet toekomen, dan wel openbaar maakt of verspreidt waarin een uitspraak wordt gedaan welke beledigend is wegens ras, godsdienst, levensovertuiging, seksuele geaardheid, lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, of aanzet tot haar, discrimineert of aanzet tot geweld.
Voorbeeld cases
ECLI:NL:RBAMS:2020:5254: Zwarte Pieten discussie
– Verdachte had op haar Facebookpagina een bericht geplaatst dat aanzette tot discriminatietegen mensen, te weten negroïde personen wegens hun ras.
Opmerkingen
Let goed op het verschil met artikel 137d Sr.
Juridisch gevolg
- https://www.raadvanstate.nl/@97706/201406757-1-a3/ Zwarte Pieten discussie
- ECLI:NL:HR:2018:1003, Hoge Raad, 17/01485 (rechtspraak.nl) Homofobe rap
Referentie wetten.nl
Recht
Strafrecht
Route
Officier van Justitie en Rechter
Doel
Stoppen
Gericht op
- Dader
- Preventief en repressief inzetbaar
Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Grondslag
Art. 261 Sr [Smaad(schrift)]
Ingangsvoorwaarden
Opzettelijk en kwaadwillig zwartmaken in het openbaar van een ander door feiten te verspreiden met als doel iemands eer, goede naam of het aanzien tegenover anderen aan te tasten.
Voorbeeld cases
- HR 13 maart 2018, NJ 2018/160 en RvdW 2018/375.
Verdachte heeft een hyperlink naar een op een website geplaatst bericht, waarvan de inhoud van haar afkomstig is, op haar Facebookpagina gedeeld; zij heeft anderen verzocht het bericht verder te delen. In aanmerking genomen dat door het delen van die hyperlink op haar Facebookpagina het bericht waar die hyperlink naartoe leidde voor iedere willekeurige bezoeker van de Facebookpagina van verdachte zichtbaar was en dat het bericht vervolgens ook daadwerkelijk door derden verder is gedeeld, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan ‘verspreiding van een geschrift en of afbeelding’. Het bedoelde bericht levert telastlegging van een ‘bepaald feit’ op nu het bericht niet slechts vermeldt het ‘niet van kleine kinderen af kunnen blijven’ maar ook dat de politie daarvan sinds augustus 2013 op de hoogte is, en verdachte ook ter kennis van het publiek heeft gebracht dat aangever haar kind heeft misbruikt.
Juridisch gevolg
Strafrechtelijke afhandeling
Recht
Strafrecht
Route
Officier van Justitie / rechter
Doel
Stoppen
Lid 1: Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogte vijf jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Lid 2: Indien het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf inhoudt, wordt de gevangenisstraf, gesteld op het in het eerste lid omschreven feit, met een derde verhoogd.
Grondslag
Art. 131 Sr
Voorbeeld cases
- ECLI:NL:RBROT:2023:259 (diverse opruiende uitlatingen gedaan online)
- ECLI:NL:RBDHA:2022:6263 (Verdachten kwamen online samen om hun ideologieën, meningen en verdenkingen veelal gezamenlijk over te brengen aan hun volgers door het gebruik van livestreams)
ECLI:NL:GHSHE:2024:314, Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, uitspraak 02-02-2024
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of een besloten groep per definitie moet leiden tot de conclusie dat de uitlatingen die binnen die groep zijn gedaan niet in de openbaarheid zijn gedaan, maar slechts in de beslotenheid van de huiskamer. Het hof overweegt hierbij dat de vraag niet beantwoord kan worden met slechts een verwijzing naar het totale aantal deelnemers aan een besloten groep. Ook besloten groepen kunnen immers bestaan uit vele leden.
Zelfs bij een kleine groep deelnemers kan, mede gelet op de hoge omloopsnelheid van berichten op social media, sprake zijn van het plaatsen van berichten in het openbaar. Daarbij bepalen feiten en omstandigheden of een in potentie grotere kring geadresseerden over de informatie kan beschikken, waarbij de intentie van de afzender een belangrijke rol speelt. Met het oog op de hoge omloopsnelheid van berichten op social media, mag verwacht worden dat, indien een afzender de vertrouwelijkheid wil waarborgen, maatregelen worden getroffen om die kring van geadresseerden te beperken en beperkt te houden (bijvoorbeeld door het aanbrengen van restricties op het doorzenden van berichten of op het maken van screenshots van een bericht, dan wel het maken van afspraken binnen de kring van geadresseerden). De intentie van een afzender kan onder meer afgeleid worden uit de context waarbinnen een bericht wordt verstuurd, aan de daaraan toegevoegde uitlatingen en aan de al dan niet aangebrachte restricties.
ECLI:NL:RBROT:2023:259, Rechtbank Rotterdam, uitspraak 20-01-2023
- Persoon X, betrokken bij anti-coronabeweging is voor één opruiende oproep veroordeeld.
De zaak gaat over zes uitlatingen die opruiend zouden zijn en die de verdachte in 2020 en 2021 op zijn (vrij) toegankelijke social media-accounts zou hebben geplaatst.
De rechtbank vindt dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging, vindt één uitlating opruiend en daarom bewezen en spreekt de verdachte vrij van de overige vijf uitlatingen.
De vrijheid van meningsuiting staat de strafbaarheid van de uitlating niet in de weg en de verdachte is ook strafbaar voor de uitlating. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar.
Strafbaarheid van het feit; kwalificatie
Het bewezen feit is een in de wet verboden gedraging en levert op: in het openbaar, mondeling tot enig strafbaar feit opruien.
Strafbaarheid van het feit; vrijheid van meningsuiting
Is een veroordeling van de verdachte ter zake van opruiing in strijd met zijn recht op vrije meningsuiting, zoals beschermd door artikel 10 EVRM? Als het antwoord op deze vraag ‘ja’ luidt, staat dit de strafbaarheid van het feit in de weg.
De vrijheid van meningsuiting is niet onbegrensd en kan – mits is voldaan aan strikte voorwaarden – worden beperkt. De beperking van de vrijheid van meningsuiting moet bij wet zijn voorzien, een geoorloofd doel dienen en noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. Bij dit laatste vereiste kunnen drie beoordelingsfactoren worden onderscheiden. Er moet sprake zijn van een dringende maatschappelijke behoefte. De beperking moet daarnaast in verhouding staan tot het beoogde legitieme doel en de beperkingsgronden moeten afdoende zijn.
Vooropgesteld wordt dat de bewezenverklaarde uitlating in de kern niet meer en niet minder behelzen dan een oproep tot deelname aan verboden demonstraties. Het oproepen op zichzelf levert geen enkele inhoudelijke bijdrage aan welk maatschappelijk debat dan ook. De inbreuk raakt dan ook nauwelijks aan de vrijheid van meningsuiting. Dit brengt met zich mee dat een beperking al snel in verhouding staat tot het beoogde legitieme doel.
Mede daarom is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de hierboven uiteengezette voorwaarden, zodat een veroordeling een gerechtvaardigde inbreuk is op de vrijheid van meningsuiting. Daartoe stelt de rechtbank allereerst vast dat de inbreuk is voorzien bij formele wet. Opruiing is namelijk strafbaar gesteld in artikel 131 Sr. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de inbreuk strekt ter verwezenlijking van een legitiem doel, namelijk het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten. De inbreuk is ook noodzakelijk in onze democratische samenleving. De maatschappij was, zeker in de periode zoals beschreven in de coronacrisiscontext gebaat bij bescherming van de openbare orde en ook mede gelet op de volksgezondheid was er noodzaak tot beperking.
De veroordeling is dus niet in strijd met de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 10 EVRM.
Strafbaarheid van het feit; conclusie
Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte; standpunt verdediging
De verdachte heeft in al zijn uitlatingen geweldloosheid en het onthouden van het plegen van strafbare feiten expliciet verwoord en benadrukt, door steeds woorden te gebruiken als ‘met liefde en geduld’ en ‘non-cooperation en non-violence’. Hij heeft daarmee redelijkerwijs alles gedaan wat van hem kon worden gevergd (de ‘maximaal te vergen zorg betracht’) ter voorkoming van strafbare feiten. Het kan niet zo zijn dat de verdachte verantwoordelijk wordt gesteld voor alle mensen en groeperingen die zich strafbaar gedragen en/of de grenzen van het toelaatbare overschrijden. Daarom kan de verdachte zich succesvol beroepen op de strafuitsluitingsgrond afwezigheid van alle schuld (AVAS) en dient hij te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Strafbaarheid van de verdachte; beoordeling
De verdediging lijkt te miskennen dat de verdachte terecht staat voor opruiing en niet voor het (laten) plegen van geweld of wanordelijkheden. De oproep tot het deelnemen aan een verboden demonstratie is op zichzelf al opruiend, los van de vraag of deze demonstratie vredig verloopt of dat deze uit de hand loopt. De verdachte heeft in de periode rondom 26 juni 2020 níet geprobeerd te voorkomen dat de verboden demonstratie doorgang zou hebben, integendeel. Het beroep op AVAS kan daarom niet slagen.
Strafbaarheid van de verdachte: conclusie
De verdachte is strafbaar.
Juridisch gevolg
Sanctie: De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar (ECLI:NL:RBROT:2023:259).
Recht
Strafrecht
Route
Officier van Justitie; rechter
Doel
Stoppen
Gericht op
- Dader